St. Stephanuskerk (3) (HS 22)
Staande in de kerk voor de Heilige Grafkapel zijn we links op de muur nog een gedenkbord gepasseerd. Dit is een gedachtenis aan de predikant Otto Gisius (Gijsij) die beroepen is uit Ootmarsum en in 1612 is overleden.
Nu gaan we helemaal naar het westen van de kerk. Hier was vroeger de oude ingang. Hier vindt u ook een deurtje, als u die ingaat dan ziet u een spiltrap. Hier kunt u de toren op. Doet u dat maar eens, het is beslist de moeite waard. Het onderste deel van de toren dateert ongeveer uit de tijd 1380. In 1966 bij de restauratiewerkzaamheden vonden ze funderingen van een toren die meer oostelijk stond dan de bestaande toren. Zo’n toren had vroeger diverse functies. Als u boven op de balustrade staat dan ziet u wel waarom. Het uitzicht is enorm. Zette men in oorlogstijd hier een wachtpost neer dan kon men de gehele omgeving overzien en tevens toezicht houden op de stadsmuren. Onder de balustrade bevinden zich aan de zijden kleine afbeeldingen. Wat ze voorstellen is niet duidelijk en waarom ze daar gemaakt zijn ook niet. Op de zuidelijke zijde bevindt zich een narrengezicht en op de oostelijke zijde iets wat een vrouwenhoofd zou kunnen zijn en een mand.
In de toren hangen ook enkele klokken. Van oudsher hebben die klokken een waardevolle functie gehad. Om de tijd aan te geven maar ook om te luiden bij onraad en brand. Gemeentelijke verordeningen werden er zelfs op afgestemd. Zo kon men in de 15e eeuw de bepaling tegenkomen dat een kraamvader niet eerder kraamvisite mocht ontvangen op een bepaalde dag dan dat de klok drie uren had geslagen.
Bij de klokken vindt u ook een serie kleine klokken. Dit werd vroeger het speelwerk, tegenwoordig het carillon genoemd. Daar was reeds in 1662 mee begonnen door de klokkengieter te Amsterdam, Francois Hemony. Men oriënteerde zich in die dagen goed en zo werd o.a. gekeken naar voorbeelden in de Nieuwe kerk te Amsterdam en de kerk in Enkhuizen. Na een paar jaar was het klaar. Maar lang heeft het niet mogen duren. In 1725 sloeg de bliksem in de toren en de hele spits was afgebrand. (Hiervan is nog een tekening van Cornelis Pronk). Op dezelfde dag en hetzelfde jaar schijnt hetzelfde gebeurd te zijn in Hasselt in België. Twee Hemony klokken bleven nog bewaard.
In 1960 kwam een nieuw carillon tot stand o.a. door een grote gift van dr. H.A.W. van der Vecht. Wat de gewone luidklokken betreft. Na de torenbrand kwamen er in 1738 twee luidklokken van Ciprianus Crans bij. De klokken werden gevorderd tijdens de Duitse bezetting in 1943. Deze klokken werden omgesmolten in Duitsland. Een van de klokken heeft tijdens de oorlog nog gehangen te Genemuiden. Nu hangen er twee klokken, gemaakt en in gebruik genomen in 1949 met de volgende opschriften: “God zij geprezen, Wij zijn herrezen, Hoort onze galmen, Zingt Gode psalmen, Komt zo ‘t behoort, Tot Gods Woord” en “De schennende hand van de Duitser, Deed de stem van mijn voorganger smoren. Ik hoop dat mij een beter lot is beschoren. In de Hasselts oude toren”. De volgende keer hopen we het orgel te gaan bekijken.© Derk Westerhof