agenda:  

Lezing Lotte Jensen over de Watersnoodramp 18

04-02-2025

Teeuwland
20:00 uur

Expositie Stormramp 1825

28-03-2025

Oude Stadhuis

Baangracht (4) (HS 14)

Zit u nog steeds in de roeiboot? Laten we maar blijven liggen, met al dat ijs komt men niet zover. Laten we de veranderingen eens gaan bekijken die op de Baangracht plaatsgevonden hebben.

Het Kloosterhuis en zijn bijgebouwen vielen toe aan de stad. Wat deed de stad er mee? We hebben de vorige keer al gezien (Hoofdstuk 13) dat een zijgedeelte van het klooster (zijkamer) geschikt geacht werd als woning voor de 2e predikant.

Nu kijken we naar de Baangracht 5. In 1616 werd besloten om naast dit gedeelte in het klooster een nieuw zijgedeelte bij aan te bouwen. Dit werd later de tweede pastorie. Dat is het ook gebleven tot in de 19e eeuw. Later werd er zondagsschool gehouden. Een ander gedeelte hierachter in de Gasthuisstraat werd verhuurd tot in 1641 (aan de weduwe) aan Jr. Rudolf van den Clooster. Hierna kwam een gedeelte en dat werd Gasthuis (Gasthuisstraat). In 1641 was het gedeelte dat aan van den Clooster verhuurd werd vervallen en moest opgeknapt worden. Hierbij was ook een proveniersafdeling. Vaak voor oude mannen en vrouwen die levenslang hun onderhoud daar kregen. Ze konden zich daarover ook inkopen.

Enkele andere bijgebouwen aan de Baangracht bleven hun bestemming houden zoals het ziekenhuis en het spinhuis. Een ander gebouw er naast werd het huis voor de schoolmeester. Dat spinhuis moet naast het pand Baangracht 7 gelegen hebben. Welk nut zou dat spinhuis gehad kunnen hebben? Dan komen we terecht bij de naamgeving de Gracht. Achter de panden Baangracht 5 en 7 heeft van oudsher een touwbaan gelegen. Voor het maken van touw zou nodig kunnen zijn: het spinnen van garen, het maken van strengen, die ineengewrongen moesten worden. Door ineenvlechting daarvan door het spannen over een lange baan (touwbaan) met aan het eind een wiel waar alle strengen aan vast zaten en het ronddraaien van het wiel, ontstond touw (misschien wil een van de lezers die meer kennis van zaken heeft hierop ingaan door middel van een ingezonden stuk). Door die touwbaan ontstond de naam Baangracht. Vroeger noemde men het gedeelte langs de gracht “De Voorbaan” en het gedeelte Kastanjelaan “Achterbaan”. In 1614 is er sprake van 13 soldatenhutten op de touwbaan. De toegangspoort tot de touwbaan lag naast het pand Baangracht 7. Het spinhuis zal dus links hiervan gelegen hebben.

In 1665 kreeg Hasselt te maken met invallen van Munsterse troepen. Hier moesten ook soldaten voor paraat zijn. In dit jaar werd de volgende aantekening door de stadsdokter gemaakt. “Nog verscheyden soldaten wiens namen niet angeteekent liggende in de schepen hyr op stroom, opt spinhuijs met verscheijden sieckten pleuris, vlaemse koortsen, loop, zeere beenen beladen, doen aderlaten”. Het spinhuis zal later een erf geworden zijn. Naast Baangracht 7 stond een erf die “De Baan” genoemd werd.

Wat gebeurde er later met het klooster in de Gasthuisstraat? In 1724 gaf de stad een gedeelte in erfpacht uit om er een zeepziederij in op te laten richten en in 1770 probeerde een zekere Van der Lijnden uit Kampen er een Fransche kostschool te houden maar in 1778 moest hij dat al opgeven. Deze gebouwen vervielen en werden grotendeels afgebroken vóór 1815. In 1815 was het overgebleven gedeelte in handen van G. Freislich. Die liet er twee boerenwoningen van maken, met ieder een stal waar acht koebeesten in konden.

Laten we nog even kijken naar de Verlaatsbrug. Dit was aanvankelijk de Begijnenbrug. In 1612 werd er een houten sluis en in 1613 een stenen sluis of verlaat gebouwd. In 1614 werden er vloeddeuren gemaakt bij de brug. Zo de volgende keer hopen we weer verder te varen. © Derk Westerhof

Jan Kijk in de Vegte heeft een mooie maquette van dit gedeelte van de stad gemaakt.

Volg hier de “looproute”