Brouwersgracht (HS 30)
Laten we eens een wandeling langs de gracht maken. Evenals het andere gedeelte van de gracht biedt het verleden weer weinig aanknopingspunten. Alle huizen werden vóór de 19e eeuw aangeduid als liggende aan de gracht. Pas in de 19e eeuw komen de namen Brouwersgracht en Heerengracht voor de dag. Allereerst lopen we de Brouwersgracht eens op vanuit de Ridderstraat. De vraag komt: “Waarom Brouwersgracht? Dan zal er toch een brouwerij geweest moeten zijn.” Die was er ook ongeveer ter hoogte van Brouwersgracht 16. In het midden van de 19e eeuw waren er enkele predikanten: ds. Griethuizen en ds. Bruna. Deze hielden er niet van om elke zondag dienst te houden. Ze verzuimden veel diensten en lieten gezangen zingen. Vele leden van de hervormde gemeente vergaderden hierom apart en kwamen in het voornoemde pand bijeen.
Voorheen in de 17e en 18e eeuw is dit waarschijnlijk een pannenbakkerij geweest van het geslacht van Bentem. In 1778 verkocht Hendrik van Bentem de pannenbakkerij aan de Sociëteit van de Toebaksplanterie.
Dan ziet u hierna de Regenboogstraat. Waarom die steeg zo genoemd werd is duidelijk. Misschien omdat het in een boog achter de Ridderstraat langs loopt of omdat er een huis gestaan heeft, dat de Regenboog genoemd werd. De weinige huizen die er stonden behoorden toe aan bewoners van de Ridderstraat. Verder stonden er enkele armenhuizen.
De rest van de Brouwersgracht tot aan de Nieuwstraat was in de 17e eeuw onbebouwd. Waarschijnlijk was het niet fijn om hier een woning te bouwen. De sluis lag er dicht bij (De Verlaatsbrug). Er was vaak een vrij hoge waterstand in de gracht en dan was het juist daar waar het wel eens onder water stond. Pas in de 18e eeuw is men daar beginnen te bouwen.
In het begin van de 19e eeuw woonde er in het pand Brouwersgracht 15 een doodgraver. Ter hoogte van Brouwersgracht 13 en 14, wat eerst tot de armenstraat behoorde, heeft een hervormde pastorie gestaan, waarschijnlijk door de ontwikkeling als beschreven bij Brouwersgracht 16. Ter hoogte van Brouwersgracht 4 was een weeshuisje met een wezenkamer erbij. Dit pand werd verhuurd vanaf 1760 aan allerlei zwervende mensen, dus geen inwoners van Hasselt. Eind 18e eeuw woonde er de jood Berend Eleazar, van beroep voorzanger. Het pand op de hoek Nieuwstraat&8209;Brouwersgracht was eens de woonplaats van de familie Ridderinkhof.
Dan gaan we nu de brug over en komen op de Heerengracht. Misschien zo genoemd omdat er veel kooplieden gewoond hebben. Het had ook Schippersgracht genoemd kunnen zijn, omdat er veel schippers aan woonden. Heerengracht 6 is een erg oud pand met aan de straatkant nog een steen met de datum 1592. Heerengracht 19 is een opvallend pand omdat hiervoor nog een trapje staat. Dit moet in het verleden ook al opvallend zijn. Het huis werd “Het Trapje” genoemd. In 1745 was men op zoek naar een misdadiger nl. Hendrik Engels. Deze had overnacht in de herberg De Zwaan (Ridderstraat). Hij had gestolen te Wolfshagen en was ook geweest bij het huis van Harmen Cluwer “of wel des selfs vrouwe door de wandeling lompen Claasje genoemd, woonende op de gragte in een huijs met een optrap, handelende in oud linnen en andere goederen.” De volgende keer hopen we weer verder te wandelen. © Derk Westerhof
Historische foto: Fotoarchief Brusse