agenda:  

Lezing Lotte Jensen over de Watersnoodramp 18

04-02-2025

Teeuwland
20:00 uur

Expositie Stormramp 1825

28-03-2025

Oude Stadhuis

Ridderstraat (4) (HS 28)

Tegenwoordig kan men niet veel meer zien van de oude stadsmuren en stadspoorten die er in Hasselt waren, maar toch is er nog iets over gebleven en wel aan de rechterzijde van de Ridderstraat. U ziet hier de Vispoort of ook wel de Waterpoort genoemd daterend uit de 14e eeuw. In het verleden stonden aan de rechterzijde van de straat aan de waterkant geen woningen omdat de stadsmuur daar liep behalve enkele bij de Vispoort. In 1487 verkoopt Johan Alfersoen een huis waar aan de ene zijde de Vispoort en Vissteeg ligt en aan de andere zijde een huis van de stad Hasselt. In het begin van de 19e eeuw stond er na het pand Ridderstraat 11 alleen nog maar een armenhuisje en verderop een huis van een winkelier. De huizen hierna zijn over de stadsmuur heen gebouwd wat ook nog te zien is omdat ze iets scheef staan.

Bij de Vispoort heeft waarschijnlijk ook de familie Bos gewoond. Zij waren doordrongen van geestelijk leven. Zelfs zo dat hun kasboek tussen allerlei zakelijke aantekeningen vol stond met fragmenten van preken en teksten. Een van hen had het aan het eind van zijn leven erg moeilijk en voor zijn dood schreef hij: “Mijn geest die dooft, de tijdsure gaat af en ik verwacht niets zekerder dan het graf. Mijn dagen zijn gekeerd, zij zijn overleden, Mijn gedachten gestreken verstrooit als kaf. ‘t Perst mij alles, dat mij ooit vreugde gaf. De schone dag verkeert in duisterheden, angst. ‘t Kruis. De schone heden, angst. ‘t Kruis belooft veel vrede. Mijn bed moet ik gaan stellen hier beneden, het donkerste vuiligheid”.

Dan kijken we nu naar de linkerzijde van de straat. Ter hoogte van Ridderstraat 30 heeft een huis gestaan dat bekend stond als “De Rode Leeuw”. Lopen we dan door dan zien we de panden Ridderstraat 40 en 42. Dit zijn gotische gebouwen, aaneengesloten gebouwd, met een 19e eeuwse voorgevel. Vermoedelijk loopt hiervandaan nog een onderaardse gang achterlangs naar Ridderstraat 24. Wat de oorspronkelijke bestemming geweest is dat is niet duidelijk. Wel hebben in de huizenrij hier belangrijke personen gewoond, zoals een dokter Waterman, een Claas van Galen en burgemeester Cotgen (17e eeuw). In het bezit van de burgemeester Jacobus van Zuylen Gerrit Cluwer (18e eeuw) Exalto d’Almaras en Zacharias Tijl, vrederechter (19e eeuw).

Nu even de aandacht voor Ridderstraat 48. In Hasselt is er een gemeenschap van joden geweest. Zij hadden het wel moeilijk omdat ze niet in de gilden mochten. Dit hield in dat zij geen ambacht mochten voeren. Zij waren aangewezen op de handel en het venten. Wilden ze in de stad komen wonen dan moesten ze eerst een paspoort of een bewijs van goed gedrag overleggen. Er waren vele bedenkingen tegen de joden. In 1778 woonde er een jodendokter te Hasselt waarbij een vrouw van de gereformeerde religie logeerde, waarbij de gemeente “allerlei nadelige gedachten maakte en men verscheidene denkbeelden vormde, ja vreesde voor onaangename gevolgen”. Na de Franse revolutie ontstond het denkbeeld van : “Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap”. Hierdoor werd het mogelijk voor de joden in het begin 1800 een eigen synagoge te stichten zich bevindende in het pand Ridderstraat 48 met een schoolgebouw. In 1847 leed het gebouw nog schade door storm. Door de oorlogsjaren is de synagoge en de joodse gemeenschap doordat veel joden weggevoerd waren, verdwenen. Het synagogegebouw is verloren gegaan, de Torarollen, rituele voorwerpen en het meubilair eveneens. In 1947 is de Joodse gemeente Hasselt opgeheven en bij die van Zwolle gevoegd. Het pand heeft vanaf 1949 tot 1958 dienst gedaan als pakhuis en is in het laatst genoemde jaar afgebroken. De nieuwe locatie met hetzelfde adres heeft in de loop der jaren na verbouwingen, dienst gedaan als woonhuis en later bedrijfspand. Zo hebben er een supermarkt en een zeilmakerij gebruik gemaakt van het pand. Sinds kort is er een kapsalon gevestigd.

Rechts aan het eind van de Ridderstraat was in het verleden nog een bolwerk, dat Meijers bolwerk genoemd werd. In de 17e eeuw werd achter “Meijers hoff op ten hoeck gemaect ‘n eicken solder met een levij daerop ende daerop een schiltwachthuis”. Hiervoor lag van ouds een scheepstimmerbedrijf dat in de 18e eeuw “De Hellinge” genoemd werd. © Derk Westerhof

De volgende keer hopen we iets verder te wandelen.

Volg hier de “looproute”