agenda:  

lezing Sippy Tigchelaar

09-04-2024

Oude Stadhuis
20:00 uur

Expositie:

13-04-2024

Oude Stadhuis

Stadsgracht (HS 10)

Zo, nu zijn we aangekomen bij de roeiboot liggende aan de rechterzijde van de Keppelbrug. Stapt u maar in en voor de watergewenning zal ik u eerst iets vertellen over het gebied waar u zich nu bevindt. Kijkt u eerst eens onder de brug door. U ziet eerst een stuk van de oude binnengracht “De Piepert (9). Dat komt uit op de Dedemsvaart. Die vaart werd gegraven in 1809 en het plan hiertoe was gemaakt door mr. Gerrit Willem van Marle. Hij was ook in het bezit van de gronden bij Hasselt. Hij overleed in 1799 en toen werden de gronden eigendom van zijn erfgenamen (Erfgenamenwegje).

Eén van die erfgenamen was Judith van Marle. Zij huwde met mr. Willem Jan Baron van Dedem. Deze zorgde voor de uitvoering van het plan. De vaart werd naar hem genoemd en ook nog een laan (Van Dedemlaan).

Laten we nu naar het midden varen. U bevindt zich nu in de oude gracht van Hasselt. Aan de linkerkant heeft u nu de Baangracht en aan de rechterkant de Prinsengracht. Vroeger heette dat niet zo. Alles werd gewoon aangeduid als de gracht. Pas in de 19e eeuw zijn deze namen gebruikt. Hierdoor wordt het erg moeilijk om iets van de geschiedenis van de huizen te vertellen omdat er geen enkel aanknopingspunt is. Vermoedelijk heeft de prins Maurits in één van de huizen, Prinsengracht 10, overnacht en is daarom de naam Prinsengracht ontstaan.

Vroeger stond de stadsmuur voor de gracht en stond er in 1397 nog. Toen had je de volgende situatie: De stadsmuur, dan een gracht en daarna over de gracht een wal “De Borchwal”. Die wal lag op de Baangracht. Het was dus een wal als extra bescherming (Borgen is o.a. beschermen).

Het eerste huis links (Baangracht/Kastanjelaan) daar woonde op het eind der 18e eeuw Hendrica Jacoba van Raasfeld de weduwe van Christoffer, Warner Jacob Baron van Coevorden, Heer tot de Doorn. Achter dit huis lag nog in het midden der 16e eeuw een vijver of kolk. Deze werd ook wel gebruikt als wasplaats.

Roeien we iets verder dan zien we rechts een steeg, die omdat er kalvermarkt gehouden werd, de Kalversteeg genoemd wordt. In het verleden werd het ook wel genoemd: “De Kromme Jakke” of “Scheisteeg”.

Roeien we weer verder dan zien we Prinsengracht nr.17. Dit pand was het eigendom van Gerrit Freislich, secretaris der stad Hasselt. Hij bezat tevens de panden aan de overkant (Baangracht).

Daarna zien we de Rosmolensteeg. Dit was de armenbuurt van Hasselt. Hier stonden aan de linkerzijde allemaal armenhuisjes. Drie achter elkaar gebouwd en in dubbele rij. En voor op de gracht staat een groot pand wat vroeger een armenhuis was. Roeien we verder dan komen we bij de Prinsengracht 10. Hier was eens een matten- en mandenmakerij. Hier links en rechts van, woonden twee Israëlieten. Links een slachter, achter dit pand was een slachtplaats en rechts een marskramer. Onder dit pand, Prinsengracht 11, bevindt zich een bad der Joden. Dit bad was een reinigingsbad, gebruikt naar de Joodse wetgeving, zoals o.a. voor de vrouwen. Deze wetgeving is beschreven in Leviticus 15:19 e.v. Maar als een vrouw vloeiende zijn zal, haar vloed van bloed in haar vlees, zo zal zij zeven dagen in haar afzondering zijn: en al wie haar aanraakt zal onrein zijn tot aan de avond. De vrouw moest dus in afzondering leven. Mocht wel eten en drinken klaar maken voor haar man, maar niet in zijn aanwezigheid.

Als deze dagen van afzondering voorbij waren dan moest ze eerst in het reinigingsbad (miqvah). Als voorwaarden voor dat bad werden gesteld dat het water stromend moest zijn en er niets in het water mocht voorkomen dat verkleuring veroorzaakte. Het bad moest groot en diep genoeg zijn dat een volwassen vrouw zich er helemaal in kon onderdompelen en het bad mocht niet lek zijn. Na dit bad mocht de vrouw weer met haar man samenleven op normale wijze. © Derk Westerhof

Volg hier de “looproute”

Historische foto: Fotoarchief Brusse