1354
Omstreeks 1354
Het eigendom van de Heilige Stede wordt door de familie Redinck overgedragen aan de bisschop van Utrecht, Jan van Arkel.
Bij de Heilige Stede in Hasselt konden gelovigen éénmaal per jaar een aflaat krijgen. Dit fenomeen stond in de volksmond bekend als de Hasselter Aflaat. De oorsprong van deze traditie is niet bekend. Populair werd de verklaring van de Hasselter pastoor Van Groeningen. Een dronken Friese kampvechter zou op zekere dag in 1218 met een bierkan een kelk met hosties uit de handen van een priester hebben geslagen. Als boetedoening moest volgens de legende op de plek van het incident een kerk worden gebouwd.
Met trommels en trompetten
De oudst bekende vermelding van de Hasselter Aflaat staat in een oorkonde uit 1355. In dat document geeft bisschop Jan van Arkel aan dat het wijdingsfeest voortaan op de tweede zondag na Pinksteren zal worden gehouden. De stad omlijstte de kerkelijke viering met feestelijkheden van meer profane aard, zoals een kermis en een jaarmarkt. Uit alle windstreken trokken honderden gelovigen en feestgangers naar Hasselt. In de straten richtten de burgers erebogen op en versierden ze heiligenbeelden en de gevels van hun huizen. Na de plechtigheid bij de kapel in de tuin van de Heilige Stede trok het volk door de stad, voorafgegaan door tromslagers, trompetters en vertegenwoordigers van de gilden en broederschappen. Lees verder in de Canon van Zwartewaterland