agenda:  

Algemene ledenvergadering

16-04-2024

Oude Stadhuis
20:00 uur

Expositie tot 30 juni

30-06-2024

Oude Stadhuis
12:00 uur

1657 (HS 37)

Bij het gemaal verderop bij de Stenendijk werd in 1621 een voorpost verdedigingswerk gebouwd. Een kleine stenen schans die men “Redoute” noemde. Hiermee kon men krijgsvolk tegenhouden dat vanaf Zwolle over de dijk naar Hasselt ging. Deze schans was groot genoeg om een kleine groep krijgsvolk te herbergen. Het had een borstwering en een poort met een deur die men op en neer kon hijsen die groot genoeg was om een paard met zadel binnen te laten. Binnen waren 10 bedsteden als slaapplaatsen en een zitbank. Aan de muur waren plekken gemaakt waaraan men gemakkelijk wapens op kon bergen zoals musketten. Er waren twee trappen en een ladder om naar boven te klimmen. Tevens was er een toilet. Bovenop het geheel stond een schildwachthuisje met kijkgaten erin.

Bij het beleg van Hasselt in 1657 trachten de Hasselters deze redoute te betrekken maar die van Zwolle waren er eerder. Reeds enkele malen is het beleg van Hasselt al genoemd, daarom zullen we nu eens verder op deze geschiedenis ingaan. Dit beleg vond zijn oorzaak in een groter verband. De stadhouder Willem II was overleden. Hierdoor viel de functie van het stadhouderschap open. Vooral de Staten van Holland wensten geen stadhouder meer. In 1651 veroorzaakte dit zelfs een scheuring in de Staten van Overijssel. Er ontstonden partijen tegenover elkaar waarbij als voornaamste steden: Deventer die geen stadhouder wilde en Zwolle en Kampen die dit wel wilden.

Dit kwam tot een botsing in 1653. In dat jaar stierf de landdrost van Twente en in 1654 moest er een nieuwe drost gekozen worden door de Ridderschap en Steden van Overijssel. Zwolle en Kampen en 42 edelen brachten een kandidaat naar voren “Van Haersolte”. Deze was oranjegezind. Dit was de meerderheid der stemmen. Maar de andere steden gingen daarmee niet akkoord en brachten onder leiding van Deventer een andere kandidaat naar voren, maar zij waren in de minderheid. Hierdoor kwam er een enorme scheuring in de staten. Men ging zelfs apart vergaderen. De meerderheidspartij vergaderde meestal te Zwolle en de minderheidspartij te Deventer. Het kwam ook ter sprake in de Staten‑Generaal, waarin de provinciale afgevaardigden zaten.

Nu is de vraag, aan welke zijde stond Hasselt? Hasselt was niet oranjegezind dus ook niet voor een stadhouder. Ze behoorden dus tot de minderheidspartij en verbonden zich met Steenwijk. Hasselt bracht in die tijd, ontstemd als het was, een gedrukt geschrift voort ter verdediging van zijn oude privileges en zijn recht van stemmen ter Statenvergadering. Dit geschrift uit 1655 en genaamd “De Deductie” verscheen met de leus “Justus non derelinquetur” (vrij vertaald: De rechtvaardige zal niet in de steek worden gelaten). Hasselt bracht zijn schattingen ook niet op te Zwolle maar te Deventer. Zwolle was hierdoor zelfs zeer boos. De secretaris van Hasselt “Telvoren” werd te Zwolle gevangen gehouden (1656) en later nog twee afgevaardigden van Hasselt te Kampen. Hasselt ging schepen aanhouden die naar Zwolle moesten.

Zie hier de situatie waarom Zwolle besloot Hasselt te gaan belegeren. Ze namen de redoute in en kwamen voor Hasselt. Stelden zich op met geschut ook aan de overkant van het Zwartewater tegenover de Veerpoort en besloten Hasselt te gaan beschieten. Ze hadden niet genoeg voedsel bij zich om te leven, stalen een koe en plunderden de omtrek om aan eten te komen.

Hasselt stond ook niet stil. Vrouwen en kinderen brachten het geschut op de wal. De wallen werden verdikt en verhoogd. De beschieting kwam. Zwolle schoot met van alles: o.a. steen en halve hoefijzers. Hasselt weerde zich daarbij, schoot het grote geschut van Zwolle tot een molshoop en deed uitvallen. In de stad waren er enkele “onderkruipers” met een vals hart die het volk onrustig maakten en zeiden dat de vijanden nog meer geschut hadden. Aan de Mastenbroekerdijk stierven naar schatting 23 mensen.

Hasselt probeerde hulp te krijgen, natuurlijk bij de staten van Holland en bij de stad Deventer. Tegen onderschepping van de vijand van deze hulpbrieven stelde men deze brieven in geheimschrift op. Deventer stuurde een troepenmacht die niet verder kwam dan De Lichtmis. Zij konden Hasselt niet bereiken over de dijk en ook niet over het water. Ze probeerden het over de Stadsweg vanaf Zwartsluis maar werden ontdekt en verjaagd.

De kwestie werd in de volgende jaren minnelijk geregeld en het relaas van Hasselter zijde werd afgesloten met: “De Heere heeft syn hand voir ons gesonden en heeft ons bewaert uytgenomen 2 syn doot in onse stadt een out man met een jonge knecht, die Heere sy gelooft die ons niet in des vyandts handt heeft overgegeven.” © Derk Westerhof

Volg hier de “looproute”